Onze visie

Volkstuinparken concept visie oktober 2018

 

Volkstuinparken zijn de collectieve tuinen van Amsterdam en omgeving. Ze zorgen er al meer dan 100 jaar voor dat tuinen en tuinieren bereikbaar zijn voor stadbewoners die daar anders geen toegang toe hebben en prikkelen jong en oud om actief in de natuur te bewegen. Daarmee doen volkstuincomplexen in principe niet onder voor stedelijke basisvoorzieningen zoals zwembaden, sportvelden, speeltuinen en stadsparken. Bovendien zijn veel volkstuinparken knooppunten in de ecologische verbindingszones, cruciaal voor de migratie van planten en dieren en van groot belang voor de gezondheid van omwonenden.

Dat neemt niet weg dat tuinparken mee moeten en willen bewegen met de drukte in de stad. Amsterdam is bezig met de grootste bouw- en verdichtingsoperatie uit de geschiedenis van de stad; een programma dat vooral in de binnenstedelijke ruimte beslag krijgt.

Voor volkstuinparken biedt dit ook kansen. Kansen om meer werk te maken van recreatief medegebruik en van de maatschappelijke relevantie van volkstuinparken. Maar ook kansen om meer Amsterdammers te laten meegenieten van de kernkwaliteiten van elk tuinpark: tuinieren, rust en ruimte, ecologie en biodiversiteit.In deze visie pleiten wij dan ook voor een volkstuinpark 3.0, waaraan elk tuinpark de komende jaren zijn eigen invulling zal moeten geven. Het volkstuinpark 3.0 richt zich zowel op tuinders als op bezoekers uit de rest van de buurt/stad. In dit semipubliek toegankelijke buurttuinpark is ruimte voor uiteenlopende vormen van tuinieren, maar kunnen bezoekers ook terecht voor nieuwe publieksvoorzieningen met een groen karakter. Zoals gemeenschappelijke tuinen voor de hele wijk (denk aan buurtmoes-, educatie- of schooltuinen), stadslandbouw (al dan niet ten behoeve van de voedselbank), groene buurthuisfuncties of een bezoekerscentrum met een lichte horeca-functie.

Het volkstuinpark 3.0 speelt in op de groeiende belangstelling van Amsterdammers voor groen, milieu en ecologie, vervult een functie in de productie en verkoop van gezond geteeld voedsel en is een spil in de groene educatie van de buurt/omgeving. Bovendien kunnen de volkstuinparken nieuwe stijl een belangrijke rol vervullen in de diversificatie van openbaar groen, een ontwikkeling die ook door de wethouder in de Agenda Groen wordt bepleit. In deze agenda worden de verschillende doelgroepen in Amsterdam met verschillende groengebieden bediend: festival- en barbecueparken voor bezoekers die behoefte hebben aan ‘reuring’, speel- en ravotparken voor gezinnen, maar ook parken met een sterk accent op cultuur, stilte en rust. In de twee laatste categorieën scoren volkstuinparken van oudsher hoog.Uiteraard brengen deze veranderingen nieuwe uitdagingen met zich mee. Om de kernkwaliteiten van de tuinparken te laten samengaan met nieuwe publieksfuncties, is het allereerst belangrijk om de parken als het ware te verdelen in verschillende functiegebieden met een eigen karakter. Een deel van het tuinpark huisvest de functies die interessant zijn voor voorbijgangers en mensen uit de rest van de wijk. In een ander gebied staan tuinieren en groene recreatie voor tuinders centraal, en ligt de nadruk op rust en ruimte.

Ook de vrijwilligers- en beheersorganisatie van tuinparken zal aan het nieuwe model moeten worden aangepast. Vrijwilligers op een tuinpark kan je niet oneindig belasten en het binnenhalen en uitvoeren van nieuwe publieksfuncties vraagt om een toenemende mate van professionaliteit. Daarom pleiten we voor een gemeenschappelijke vorm van beheer, waarbij tuinders samen met omwonenden, maatschappelijke organisaties en ondernemers uit de buurt samenwerken,bijvoorbeeld in een beheerscoöperatie. Zo’n constructie zorgt niet alleen voor meer betrokkenheid en ‘eigenaarschap’ in de buurt, maar maakt het ook mogelijk om daadwerkelijk functies van buitennaar het park te halen. Van collectieve buurtlandbouw onder supervisie van een stadsboer tot groene buurthuisfuncties voor ouderen in een wijk (dagvulling).Een ander cruciaal aandachtspunt voor het tuinpark nieuwe stijl is toegankelijkheid. Tuinparken hebben van oudsher een semipubliek toegankelijk karakter, maar de mate waarin de verschillende tuinparken – fysiek en psychologisch – voor niet-tuinders toegankelijk zijn, verschilt sterk van park tot park. Het buurtuinpark van de toekomst staat voor de uitdaging om van beide vormen van toegankelijk echt werk te maken. Met een aantrekkelijke en uitnodigende entree, die uitstraalt dat het tuinpark voor iedereen open is. Met meerdere opgangen, die goed aansluiten op –de reeds bestaande routes. En met een publieksprogrammering die goed publicitair ondersteund wordt. Bijvoorbeeld via een gemeenschappelijke portal, een app en social media van alle Amsterdamse volkstuinparken (‘Tuinagenda’). Om daadwerkelijk als het groene en maatschappelijke hart van de wijk te fungeren, is het tenslotte noodzakelijk dat een tuinpark in de toekomst ook semi-commerciële functies kan huisvesten. Bijvoorbeeld deels gefinancierd vanuit Wmo-gelden (medewerkers met een zorgbehoefte) of onder de vlag van een stichting zonder winstoogmerk, die de exploitatie van publieksfuncties zoals een kleinschalige winkel voor stadslandbouwproducten op zich neemt.

 

Samenvattend:

Volkstuinparken kunnen hun groene potentieel beter gebruiken door het vergroten van hun maatschappelijke relevantie, door middel van recreatief medegebruik, groene publieksvoorzieningen en buurthuisfuncties. Om dat mogelijk te maken is het wenselijk om tuinparken in functiegebieden te verdelen, de entree opener en uitnodigender te maken en te zorgen voor doorgaande wandelroutes, die voor bezoekers vanuit verschillende in/uitgangen bereikbaar zijn. En om voor een grotere groep gebruikers herkenbaar te zijn, is het wenselijk dat tuinparken zich sterker gaan profileren als stilteparken, met nadruk op groene kernwaarden als rust, ecologie en biodiversiteit.